Jan naar Zuid-Italië : Dag 3: Berry-au-Bac

Gisterenavond raapte ik nog mijn moed bijeen en nam de fiets om 4 km verder een restaurant te vinden. Gelukkig trok de hemel open en het avondzonnetje scheen heerlijk, dus al bij al viel de verplaatsing mee. Het restaurant was eigenlijk een routier, lekker en niet duur.

Bij het krieken van de dag - om half zeven - was het wegdek droog, maar er was een licht wolkendek.

Onmiddellijk na de start, reed ik naast het verbindingskanaal van de Aisne en de Marne.

De hoogtemeters gingen traag omhoog, bij iedere sluis 3 m. Zo kon ik dwars door Reims fietsen. Om de Cathédrale te bezoeken, moest ik met de fiets in de lift om vanaf het kanaal de hoofdstraat te bereiken.

Wat een luxe om met de fiets te reizen! Je staat in een-twee-drie in het centrum zonder verkeer en zonder parkeerproblemen.

Die route heet «la Coulée verte». Eventjes moest ik het kanaal verlaten, omdat er aan de volgende brug werken waren. Zo ontwaarde ik dan «la Montagne de Reims» met het bekende dorpje Verzenay. Dat riep bij mij herinneringen op uit mijn jonge tijd. Toen fietste ik een vijftal keer de rally. Mooi, maar zwaar! Behalve de laatste keer, toen ik twee neven mee vroeg en het een weekend champagne proeven werd.

Na 55 km moest ik het kanaal verlaten in Sept-Saulx en in het eerstvolgende dorpje, Les Petites- Loges, trof ik een bakkerijtje aan met belegde broodjes. Wat hebben die gesmaakt, aan de trappen van la mairie!

Tot mijn grote verbazing moest ik toch over de montagne. Gelukkig was dat niet zo lastig.

In het dorpje Augny - na 15 km fietsen door de onmetelijke velden met wijnranken en daarna door de eindeloze akkers - reed ik dan langs le Canal latéral à la Marne tot mijn eindbestemming.

Zoals je kan zien op de foto's, heb ik op allerlei soorten paadjes gereden, van asfalt tot onverharde.
Tussendoor verliet ik eens het kanaal om Châlons-en-Champagne te bezoeken.

Juist voor het binnenrijden van Vitry-le-François, dwarste ik het kanaal de Marne.

Maar wat een mooie stroom, die Marne! Af en toe kon ik rechts van mij de Marne bewonderen, met zijn grille bedding en mooie eilandjes soms. Prachtig om eens af te varen met een kano, eigenlijk.

Na 121 km - waarvan 100 km naast het kanaal - vond ik mijn hotelletje.

Vanavond slaap ik in het hotel «Au Beau Séjour». Hopelijk gebeuren er geen geheimzinnige dingen zoals in dat Vlaams feuilleton.

Groetjes van een tevreden pellegrino